Nachttuin & Starbarn

Laat uw zintuigen prikkelen in de Nachttuin of Starbarn. In de nachttuin kunt u luisteren naar de klanken van de planten, de geuren van de planten ruiken, zie welke planten in de nacht tot leven komen, maar ook welke dieren of insecten. Breng een bezoek aan de Starbarn, waarbij u kunt kijken naar de sterren. Kortom, een gastvrije donkere belevenis voor de zintuigen.

BELEEF DE NACHTELIJKE NATUUR!
Veel mensen genieten van de natuur! In hun eigen omgeving of verder van huis. Maar de meeste mensen doen dit alleen overdag, terwijl er ook ’s nachts veel te beleven is in de natuur. Zo zijn er ontzettend veel diersoorten die in het donker, actief zijn – en juist niet overdag! Twee mooie voorbeelden daarvan zijn de nachtvlinders en de vleermuizen. Dat juist deze twee groepen ’s nachts actief zijn, heeft alles met elkaar te maken. Nachtvlinders staan hoog op het menu van de vleermuizen! De meeste nachtvlinders worden pas in de schemering actief. Ze warmen hun lichaam op door hun vleugels snel op en neer te bewegen. Ze kunnen immers niet – zoals dagvlinders – opwarmen door zonnestralen! Als de spieren warm genoeg zijn vliegen ze op en gaan ze op zoek naar nectar of andere voedselbronnen, of een partner. Maar juist in de schemering worden ook de vleermuizen actief! Veel mensen zien wel eens een vleermuis vliegen, in hun tuin, straat of langs een bosrand. Vleermuizen oriënteren zich door middel van het uitzenden van hoog frequente geluiden. Deze weerkaatsen op voorwerpen in het landschap, maar ook op hun prooien, vaak nachtvlinders. De vleugels van de in de vlucht gevangen vlinders worden door de vleermuis afgebeten en dwarrelen naar beneden. Het nachtvlinderlijf wordt verorberd!
In Nederland zijn ongeveer 20 verschillende soorten vleermuizen waargenomen. Soorten die algemeen voorkomen zijn de heel kleine gewone- en ruige dwergvleermuis en de veel grotere laatvlieger en rosse vleermuis. Iedere soort heeft een specifieke biotoop of verblijfplaats. Sommige soorten komen juist in bebouwd gebied voor, andere meer in een bosachtige omgeving. Dit laatste geldt ook voor nachtvlinders. De rupsen van veel soorten nachtvlinders leven slechts op één of enkele planten. Als die ergens niet voorkomen, kunnen bepaalde vlinders er dus ook niet leven. In tegenstelling tot de dagvlinders – waarvan er in Nederland zo’n 70 soorten leven – is de groep van de nachtvlinders veel soortenrijker. In totaal zijn er in Nederland meer dan 2.000 (!) nachtvlindersoorten gezien! Maar vele daarvan zijn klein of heel klein, soms slechts een halve centimeter. Maar andere zijn veel groter en zeker niet alleen maar bruin of grijs, zoals veel mensen denken. Nee, alle kleuren van de regenboog zijn terug te vinden in de rijke nachtvlinderfauna! Tijdens ‘Nacht aan het Wad’ gaan we naar nachtvlinders kijken! En nachtvlinders trekken vleermuizen aan, dus ook die hopen we te zien. De nachtvlinders worden gelokt met een felle lamp. Ze gaan op een wit laken zitten en zijn dan prachtig te bekijken. Door het felle licht kunnen soms ook vleermuizen waargenomen worden – met het oog! En anders met het oor. Dit doen we met behulp van een zogenaamde ‘batdetector’, die de hoog frequente geluiden van de vleermuizen omvormt tot geluiden die wij ook kunnen horen. Bij geschikte weersomstandigheden zien we wellicht tientallen soorten nachtvlinders. U zult zien dat het inderdaad niet allemaal ‘saaie motten’ zijn!